De Canadese warenhuisketen Hudson’s Bay leed in Nederland 184 miljoen euro verlies. Dat blijkt uit het eerste faillissementsverslag van de curatoren.
Hudson’s Bay maakte in 2017 zijn entree in Nederland. Dat jaar bedroeg het verlies 28,6 miljoen euro. Het jaar erop was het met 81,4 miljoen euro bijna verdrievoudigd en in 2019 stond Hudson’s Bay 73,8 miljoen in het rood.
Hudson’s Bay bleef in die jaren echter volhouden dat er niets aan de hand was, dat er weliswaar aanloopverliezen werden gemaakt maar dat het verder volgens (en soms zelfs boven) verwachting ging. Terwijl iedere bezoeker aan deze warenhuizen kon zien dat het ronduit slecht ging. Het assortiment was te duur, personeel ongeïnteresseerd en de winkels bleven bar weinig bezoekers trekken.
De warenhuisketen maakte september vorig jaar bekend dat het uit Nederland zou vertrekken. Eind november werd uitstel van betaling aangevraagd. Op oudejaarsdag werd het bedrijf failliet verklaard. De vijftien warenhuizen, voornamelijk voormalige V&D-panden, waren toen al gesloten. De uitverkoop had bijna 23 miljoen euro opgeleverd. De winkelinventaris is voor een groot deel verkocht aan Galeria Kaufhof, dat er 3,3 miljoen voor betaalde. Voor de ongeveer 1500 medewerkers was eerder al een sociaal plan geregeld.
De curatoren vinden het nog te vroeg om met een analyse van de oorzaken van het faillissement te komen. Wel stellen ze vast dat de aandeelhouders de verliezen niet meer wilden aanzuiveren.
Een dure les voor het Canadese bedrijf dat – zoals het lijkt – volkomen onvoorbereid zijn warenhuizen in ons land lanceerde. Het moest een hoger assortiment verkopen dan V&D, maar dan weer net niet zo hoog als de Bijenkorf. Met als gevolg dat het vlees noch vis werd. En de 15 warenhuizen zijn nu grote lege plekken in de binnensteden die uiterst lastig op te vullen zijn.
