Als er voor de HEMA geen schuldsanering was gekomen, was het warenhuis in oktober failliet geweest. Dat stellen advocaten van het warenhuis in een rechtszaak die is aangespannen door een groep achtergestelde obligatiehouders. Dat meldt het FD.
Door de schuldsanering raken de obligatiehouders – onder leiding van Alco Pieren – hun inleg kwijt. Daarom stapte Pieren naar de rechter, waar hij eist dat HEMA de sanering en de verkoop stopzet. Ook aan het zogenaamde ‘betalingsverzuim’ moet van Pieren een eind komen.
Geconstrueerd betalingsverzuim
Het ophalen van nieuwe investeringen mislukte bij de HEMA, tenzij het zijn schuldenlast wist te verlagen. “Als HEMA niets zou doen, was het in oktober klaar”, stellen de advocaten van het concern. Maar volgens Pierens advocaat was de financiële positie van HEMA niet zo slecht als het doet voorkomen. Het warenhuis had volgens hem wel voldoende geld in kas om in juli de rente op de obligaties te betalen, maar heeft het dat bewust nagelaten. De advocaat spreekt van ‘geconstrueerd betalingsverzuim’.
Volgens Pieren maakt HEMA van de coronacrisis gebruik om ‘de herstructurering erdoor te drukken’. Het warenhuis zou volgens hem wachten op een kans om zijn schulden te verlagen, over de rug van achtergestelde schuldeisers.
Oude liedje
Het is het oude liedje dat gelijk rondzong bij het allereerste begin van de coronacrisis. Op zich gezonde bedrijven deden gelijk een beroep op huisbazen om de huur te verlagen, te halveren dan wel kwijt te schelden. Weer anderen roken hun kans om de rijksregeling rond loonsubsidie aan te vragen. En bedrijven zagen hun kans schoon om direct personeel te ontslaan.
Bij iedere crisis komt bij sommige vooral grote bedrijven direct het slechtste naar boven.
