Onthoud de wetten van de macht! (deel 3)

Deel twee van de verhandeling over de wetten van de macht heeft opnieuw bij lezers enige opschudding gewekt. “Cynisch”, “hardvochtig” en “het getuigt van een weinig optimistisch mensbeeld” waren slechts een paar opmerkingen die ik in de mail aantrof.
Wellicht is dit zo, maar sla eens een blik in een willekeurige krant of leg het oor eens te luisteren bij werknemers van organisaties of grote bedrijven en de machtsspelletjes vliegen u om de oren. Kijk hoe politici in Den Haag opereren en lees hoe burgemeesters, wethouders en gemeenteraden om elkaar heen dansen in de strijd om wie het nu echt voor het zeggen heeft en welke trucjes zij verzinnen om de macht naar zich toe te halen. In zijn boek ‘Hoe word ik een rat. De kunst van het konkelen en samenzweren’(2002) schreef Joep Schrijvers het al: ‘Wie werkt, betreedt willens en wetens de mat, de ring, het strijdperk, de arena en verliest daarmee elke onschuld. Vanaf dat moment kan men winnen of verliezen. Dan is de strijd geopend. Dan zal men zijn doelen stellen, zijn strategieën bepalen en de streken leveren. En als het nodig is om anderen daarin te hinderen, ambities te vermorzelen, dromen te ontnuchteren, loopbanen te breken, mensen te ruimen, het betreden van de markt te voorkomen, het zij zo.’ Een boek dat ik iedereen zou willen aanraden om te lezen. Overigens niet volgens het Nederlands Dagblad dat destijds als recensie schreef: ‘Dit is een stuitend boek over hoe mensen ten koste van anderen hun zin kunnen krijgen in een organisatie door rattengedrag.’ 
Daarom nu:

Wet 14
‘Sla de herder en de kudde valt uiteen’
Vaak kunnen problemen teruggevoerd worden op één enkele persoon, de boosdoener, de arrogante medewerker, de sfeer verpester. Krijgen zij de ruimte dan sleuren ze anderen mee. Het heeft geen zin met ze te praten, want ze zijn ongeneeslijk. Isoleer of verwijder ze. Tref de bron van de problemen en de kudde valt uiteen. Wie een bende bandieten wil vangen, vangt eerst de leider en de bende lost op.

Wet 15
‘Zoek voor de ander de duimschroef die hem past’
In beginsel heeft iedereen een zwakke plek en dat is de potentiële bres in de vestingmuur. Zo’n zwakke plek kan ijdelheid zijn, onzekerheid of een bepaalde emotie. Of misschien wel een stiekem pleziertje. Hebt u die plek gevonden dan is dat een duimschroef die u naar believen af en toe een beetje kunt aandraaien als dat nodig is. Wanneer u iemands belangrijkste drijfveren kent, hebt u als het ware de sleutel tot zijn wil in handen.

Wet 16
‘Leer het juiste ogenblik te kiezen’
Laat nooit merken dat u haast hebt. Haast verraadt gebrek aan zelfbeheersing en doet vermoeden dat niet u maar een ander of wat anders de agenda bepaalt. Doe altijd alsof u geduld hebt en alsof u weet dat alles uiteindelijk voor u goed zal aflopen. Blijf letten op het juiste moment, niets mag u ontgaan. U bent de havik die hoog boven het veld stil de rondjes draait en opeens naar beneden valt om razendsnel de prooi te pakken.

Wet 17
‘Gedachten zijn vrij, maar gedraag u als de anderen’
Als u onconventionele ideeën uit of u wilt tegen de tijdgeest ingaan en u wilt daarmee goede sier maken, zullen mensen denken dat u op hen neerkijkt en zij zullen een manier vinden om u daarvoor te straffen. Het is het alom bekende verhaal van het hoofd boven het maaiveld. Deel uw originele ideeën alleen met ruimdenkende vrienden en met mensen die uw bijzondere gaven wel kunnen waarderen. Dat wordt overigens anders als zich al een bijzondere machtspositie hebt verworden, want dan hebt u minder te vrezen. Deze wet staat al in de bijbel beschreven: “Werpt uw parels niet voor de zwijnen opdat zij die niet vertrappen met hun poten en, zich omkerende, u verscheuren” (Matt. 7:6).

Wet 18
‘Wie vis wil vangen, moet in het water roeren’
Wie erin slaagt zijn tegenstander boos te maken terwijl hij zelf kalm blijft, is in het voordeel. Maak de tegenstander kwaad, breng hem uit balans, jaag hem op stang en hij zal ongetwijfeld uit emotie een fout maken. Zelfbeheersing is een groot goed: u gebruikt uw hoofd, terwijl de tegenstander dat verliest.

Wet 19
‘Laat de ander naar u toekomen en gebruik zonodig een lokaas’
Wanneer u een ander tot handelen dwingt, bent u degene die de touwtjes in handen heeft. Het is verstandiger uw tegenstander naar u toe te lokken waardoor hij zijn eigen plannen moet opgeven. Neem de zakkenroller. Zijn vak is te weten waar u de portemonnee hebt. De zakkenroller heeft dan ook niets liever dan dat er een bord staat ‘Pas op! Zakkenrollers!’ of dat dit op het station wordt omgeroepen. Want dat dwingt u tot handelen: u voelt namelijk voor de zekerheid of u portemonnee nog wel op de juiste plaats zit en de zakkenroller observeert en weet dat gelijk ook.

Dit waren in drie afleveringen negentien wetten van de macht. Doe er uw voordeel mee!

Karel Baarspul © 2015

Reacties zijn gesloten.